Mosselen:
Spoel de 'gewone' mosselen schoon en gooi de open exemplaren
weg.
Laat de fijngesneden wortel, prei, selderij en ui in wat olie
zweten.
Voeg de witte wijn toe, laat even koken, voeg de mosselen toe,
dek af en laat 5 minuten koken.
Haal de mosselen uit de pan en zeef het vocht door een
doek.
Haal de mosselen uit de schelp.
Er zijn 50 mosselen nodig (eet de rest als borrelhapje).
Sauzen:
1. Laat de rode wijn en de rode port sterk inkoken.
Voeg de room toe, laat nog even koken en monteer met klontjes
koude boter.
Breng op smaak met zout en peper.
2. Kook de witte port met het limoensap in.
Voeg het mosselvocht toe, laat verder inkoken en monteer met
de boter.
Witlof:
Haal de blaadjes van de struikjes lof, snijd ze in julienne en
bak ze in 50 gr boter met naar smaak suiker, zout en limoensap
bruin en gaar.
Snijd de grote coquilles doormidden, laat de kleine heel.
Bak ze in boter gaar en bestrooi ze met zout en peper.
Maak een dik beslag van tempurameel, zout, peper en water.
Haal de mosselen hierdoor en frituur ze krokant.
Snijd de limoenschil zeer fijn.
Presentatie:
Leg midden op het bord wat lof, daarop de St-Jacobsmosselen,
hieromheen de
mosselen en aan de ene kant de rode wijnsaus en aan de andere
kant de limoensaus.
Garneer met julienne van limoenschil.
Zonder kaas | Met kaas | Met bier | Kip met pesto | Vis zonder knoflook | Rundvlees met wijn | Vegetarisch met noten en kaas | Kip zonder knoflook |